Boekel, 24 juni 2020 – Een wonder mag je het wel noemen. De 70-jarige Tiny Romviel uit Boekel, als ALS-patiënt in de risicogroep, belandde met het coronavirus in het ziekenhuis. “Het was kantje boord.” Maar de Boekelaar kwam er bovenop. Hij en zijn vrouw Riet (67), die ook ziek werd, zijn heel dankbaar dat ze er nog zijn.
Met 21 sterfgevallen op zo’n 10.000 inwoners is Boekel zwaar getroffen door het coronavirus. Verslaggever Jos Verkuijlen en cameraman Dennis Stafleu zijn de hele maand juni in deze gemeente. Ze brengen verhalen over de gaten die in het dorp zijn gevallen en over de veerkracht van de inwoners.
Het begint met iets dat lijkt op een griepje. Maar het wordt alleen maar erger. “Ik kreeg last van mijn ademhaling”, vertelt Tiny. “Na een paar dagen ging zijn ademhaling steeds sneller en sneller”, vult Riet aan. In de achtertuin vertellen de twee hun verhaal.
Na een paar dagen wordt Tiny opgehaald met een ambulance. Meteen krijgt hij zuurstof. “Vijftien liter, dat is zo ongeveer het maximale wat ze kunnen geven”, vertelt de ALS-patiënt.
“Ik was in paniek”
Intussen is ook Riet ziek. “Echt benauwd ben ik niet geweest. Ik had koorts en voelde me echt beroerd”, zegt Riet. “Toen ik zag dat de ademhaling van Tiny steeds sneller en sneller ging, heb ik een ambulance gebeld. Ik was in paniek, ik moest snel een tas en zo klaar maken. Maar tegelijk was ik ook blij dat er een dokter naar ging kijken.”
Tiny en Riet Romviel zijn onafscheidelijk van elkaar. “We doen altijd alles met zijn tweeën”, vertelt Tiny. “We hebben samen een zaak gerund. Toen de ziekte ALS kwam, is ze echt voor me gaan zorgen.” Juist op het moment dat ze er echt voor elkaar willen zijn, kan het niet. Tiny vecht voor zijn leven in het ziekenhuis. Riet is thuis en er mag niemand bij haar komen.
Tiny en Riet zijn erg dankbaar dat ze er nog zijn. Riet ziet het als een wonder. Veel mensen steunden de twee, onder meer door een kaarsje aan te steken in het Esdonkse Kapelleke vlak buiten Boekel. Dat zie je in de video:
“Ik moest er gewoon bij zijn. Nu had hij me nodig en dat kon niet”, zegt Riet. Thuis is het eenzaam voor haar, zonder haar man. “Ik kon aan niemand iets kwijt. Ik werd wel gebeld, maar ik was te beroerd voor een gesprek. Het was echt een rotsituatie.” Ook Tiny maakt in het ziekenhuis een eenzame tijd door. “Er kwam wel telkens verpleging om met te helpen, maar die moesten helemaal in pak. Ik was altijd blij als het middag was en het eten kwam. Dan kwam er iemand van de verpleging even bij je zitten en met je praten.”
“Het is een wonder”
Na een week voelt Riet zich weer beter. Ook Tiny knapt langzaam op. Hij krijgt in het ziekenhuis in Eindhoven nieuw bloed. “Vanaf dat moment ging het beter met me”, zegt Tiny. “Ik beschouw het als een wonder”, zegt Riet. Tiny komt weer thuis. “Het fijnste is dat we allebei hier weer samen thuis zijn.”
Riet en Tiny waren erg voorzichtig toen de coronacrisis in Boekel begon. Logisch, want door ALS, een ziekte die de spieren aantast, zit Tiny vol in de risicogroep. “Verjaardagen en feestjes werden allemaal afgezegd. Al weken kwam Riet alleen in de supermarkt”, vertelt Tiny. En toch werden de twee ziek. Waar ze het virus hebben opgelopen, weten ze niet zeker. “Misschien in de supermarkt”, zegt Riet. “Of de tuinman die langs kwam. We weten het niet.”